Brancheorganisaties steunen meeste aanbevelingen TNO-rapport

Artikel delen

“Extra normering van brandveiligheid van PV-systemen niet nodig”

Installateurs van PV-systemen moeten per direct worden voorgelicht over de noodzaak van deugdelijke connectorverbindingen. Dit is een van de belangrijkste aanbevelingen naar aanleiding van een verkennende studie die TNO onlangs verrichtte in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Aanleiding is een aantal brandincidenten uit – voornamelijk – 2018. Brancheorganisaties Techniek Holland en Holland Solar kunnen zich vinden in de conclusies, maar plaatsen ook kanttekeningen.

Een derde van de PV-branden komt door menselijke fouten

Brancheorganisaties steunen meeste aanbevelingen TNO-rapport

De MC4-connector is de meest gebruikte DC-connector.

In de inventarisatie van branden waarbij zonnepanelen waren betrokken, bekeek TNO alle 27 bekende incidenten uit voornamelijk 2018. Hiervan waren er 23 in woningen; dit is 0,014% van de ongeveer 170.000 geïnstalleerde systemen in 2018. Daarnaast werd een literatuurstudie gedaan naar de PV-brandenstudie van het Duitse Fraunhofer ISE (in 2013). In een aantal gevallen is de oorzaak van de brand niet direct te herleiden. Uit ervaringen en eerdergenoemde literatuurstudie blijkt echter dat onvakkundige installatie een veelvoorkomende oorzaak is van incidenten.

Let op cross-mating

Vaak is voor PV-branden niet één oorzaak aan te wijzen. TNO: ‘meestal betreft het een keten van oorzaken, handelingen en omstandigheden, die tot een incident leiden’. De onderzoekers van het Duitse ISE plaatsen de PV-brandproblematiek in perspectief, door te stellen dat er jaarlijks dertig branden zijn op circa 1 miljoen PV-systemen. Het artikel dat het Duitse instituut hier destijds over schreef, stelt dat een derde van de branden is te wijten aan installatie – dus menselijke – fouten. Als we kijken naar de installatie van PV-systemen blijkt dat naast andere technische factoren en onder andere weersomstandigheden, vooral cross-mating (het combineren van verschillende merken stekkers van hetzelfde type) een aandachtspunt vormt. TNO: ‘Schade-experts schatten dat de oorzaak van de diverse brandincidenten voor 80 tot 99% is te wijten aan problemen met connectoren’. Daarbij kan ook het onvakkundig verbinden van stekkers aan kabels technisch gezien risico opleveren. ‘Wanneer de verbinding tussen twee connectoren of tussen een connector en de kabel niet optimaal is, kunnen zogenoemde overgangsweerstanden aanwezig zijn. Die kunnen vervolgens zorgen voor (grote) lokale warmteontwikkeling door interne vlambogen’, aldus TNO.

Type connectoren

De MC4-connector is de meest gebruikte DC-connector voor de onderlinge doorverbinding van zonnepanelen en voor de verbinding met de omvormer. Deze is ontwikkeld door het bedrijf Multi-Contact. Het getal 4 staat voor de draaddiameter van 4 mm. Zonnepanelen worden geleverd met voorgemonteerde DC-connectoren. Bij installatie worden deze in elkaar geklikt, om de panelen in serie te schakelen. Die connectoren op de panelen zijn vaak ‘MC4’ of ‘MC4-compatible’. Bij de overgang tussen de verschillende rijen panelen en bij de verbinding van panelen naar de omvormer zijn de kabels van de zonnepanelen vaak te kort. Dan moet gebruik worden gemaakt van langere kabels, mogelijk van een ander type of merk connector. Hierdoor kunnen in PV-systemen verschillende merken connectoren voorkomen. Diverse onderzoeken laten volgens TNO zien dat het gemengd gebruik van verschillende merken connectoren minder betrouwbare resultaten oplevert, dan gebruik van hetzelfde merk.

Aanbevelingen TNO

  • Installateurs per direct voorlichten over (de noodzaak van) deugdelijke connectorverbindingen.
  • Een multidisciplinaire commissie (samengesteld door de RVO) dient op korte termijn advies uit te brengen over constructie- en materiaalbrandbaarheidseisen van in-dak-PV-systemen.
  • Om cross-mating van connectoren te voorkomen, bekijkt de multidisciplinaire commissie tevens of de regulering via normen en/of richtlijnen afdoende is.
  • Het verrichten van multidisciplinair stresstestonderzoek, met waarheidsgetrouwe PV-installaties op testdaken.
  • Evaluatie en mogelijke aanscherping van de certificering van installateurs.
  • Reservering van publieke middelen om de aanbevelingen te kunnen invullen.

En: ‘Wij doen geen uitspraken over welke merken connectoren eventueel wel gecombineerd zouden kunnen worden’. Zolang er nog geen gestandaardiseerd DC-connectorontwerp is dat gecombineerd gebruik mogelijk maakt, is het devies van de diverse (standaardisatie)instanties om gemengd gebruik zo veel mogelijk te vermijden. In Frankrijk is gebruik van één merk connectoren zelfs verplicht gesteld. Cross-mating moet dus te allen tijde worden vermeden. Het Duitse Fraunhofer geeft hiernaast aan dat installatiebedrijven het brandrisico kunnen reduceren door simpele maatregelen aan te houden, zoals:

  • Houd je aan de voorschriften van fabrikanten.
  • Gebruik de juiste krimptangen.
  • Gebruik connectoren zonder schroeven, maar met ‘cage clamp’.
  • Gebruik ‘click-on’-connectoren.
  • Voer inspecties en tests uit.

TNO roept brancheorganisaties Techniek Nederland en Holland Solar op om installateurs zo spoedig mogelijk voor te lichten over de noodzaak van deugdelijke connectorverbindingen. “Dit onderschrijven wij van harte en daarom wijzen wij onze leden hier de komende tijd nogmaals op via diverse kanalen, zoals onze nieuwsbrief, ons eigen vakblad en tijdens ledenbijeenkomsten”, zegt persvoorlichter Dick Reijman namens Techniek Nederland.

Bouwkundige aannemers voorlichten

Aangezien een deel van de incidenten zich heeft voorgedaan met zogenoemde in-daksystemen, vindt Techniek Nederland dat ook bouwkundige aannemers en andere betrokken partijen moeten worden meegenomen in de voorlichting over deugdelijke aansluitingen. Reijman: “Want dat zijn de partijen die meestal worden ingeschakeld voor het plaatsen van in-daksystemen, terwijl ze specifieke elektrotechnische kennis wellicht ontberen. We willen de markt er echt van doordringen dat het belangrijk is om altijd een erkende zonne-energie-installateur in te schakelen.” TNO stelt zelfs dat er relatief veel brandincidenten waren bij in-daksystemen: ‘Uit de bij ons bekende gevallen leiden we af dat ongeveer eenderde van de branden optreedt bij in-daksystemen. Schade-experts schatten dat echter op 80%.’ Dat is op zich niet zo verwonderlijk, aangezien ‘de PV-panelen bij op-daksystemen boven de dakpannen liggen, die een brandwerende eigenschap hebben.’ Bij in-daksystemen bevinden de PV-panelen zich op kortere afstand van materialen als dakfolies en isolatiemateriaal, wat het risico op bijvoorbeeld brand volgens de onderzoekers vergroot.

Extra normering nodig?

Je zou de voorgemonteerde DC-connectoren op de zonnepanelen kunnen afknippen. Dat gebeurt in de praktijk nu ook regelmatig. Maar zo vervalt de garantie op de panelen. Remco de Mol van Omega Training en Inspectie zegt hier in het TNO-rapport over: “Fabrikanten van PV-panelen zouden extra contrastekkers moeten leveren, zodat de connectoren van één merk zijn. Zolang er geen goede normen zijn, is het afknippen van de connectoren van buitenlandse panelen een veilige en praktische oplossing.” Op grond van de eerdere constateringen pleit TNO voor het opstellen van specifieke richtlijnen of normen voor correcte aansluiting van connectoren. Techniek Nederland en Holland Solar zien hiervoor echter geen directe reden. Desgevraagd licht Reijman deze keuze als volgt toe: “Wij achten dit niet noodzakelijk. Onze leden hanteren de NEN 1010 en daarmee is een correcte en veilige installatie verzekerd.” Ook beveelt TNO het realiseren van een nationale testfaciliteit aan. ‘Dit zou een multidisciplinaire werkgroep, opgericht door de RVO, kunnen oppakken. Deze kan in samenwerking met marktpartijen en brandweer stresstests uitvoeren op zonne-energiesystemen op daken en risico’s in kaart brengen. Zo’n faciliteit is van groot belang om de ontwikkeling van (geïntegreerde) zonne-energiesystemen, en met name de veiligheid daarvan, te kunnen bevorderen.’ Techniek Nederland en Holland Solar zijn blij met deze aanbevelingen en roepen fabrikanten en leveranciers op mee te werken aan de genoemde stresstests.

Hoog kwaliteitsniveau

Bij deze problematiek moet volgens de brancheorganisaties worden meegewogen dat de belangstelling voor zonnepanelen snel groeit. Dat heeft veel nieuwe aanbieders aangetrokken. “Niet alle nieuwkomers zijn lid van Techniek Nederland of Holland Solar, waardoor we geen invloed hebben op hun vakbekwaamheid. De brancheorganisaties ondersteunen hun leden in het behalen van een erkenning of certificering. Daarmee leveren zij een bijdrage aan een hoog kwaliteits- en veiligheidsniveau van zonne-energie-installaties in ons land.”


Tekst en beeld Foka Kempenaar