Dakwoorden, definities en begrippen

Selecteer een letter:
A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |

Gevonden woorden:

‘Haakanker’: een (verzinkt) stalen anker dat de balken van een dak of van de verdiepingsvloer aan de spouwmuur verbindt.

‘Hagelschade’: schade aan waterkerende en waterdichte dakbedekkingssystemen als gevolg van hagelinslag.

‘Halfspant’: eindspant van een schilddak of een secundair spant van een tentdak.

‘Hanenbalk’: horizontaal verbindingselement dat in een spantconstructie de spantbenen aan elkaar koppelt.

‘Hang- en tuidaken’: voor de overkapping van ruimten die zonder kolommen moeten worden ontworpen, zijn er constructies met tuien en bijvoorbeeld hangdaken. Hangdaken zijn vaak uitgevoerd met membraanconstructies van technisch textiel.

‘Hanggoot’: dakgoot die aan de gevel hangt zonder ondersteunende sporen. Vereist een grote stijfheid van het materiaal.

‘Hangspant/ hangwerk’: dakconstructie van liggers dat uit een combinatie van vormvaste driehoeken is opgebouwd.

‘HDPE’: afkorting van de kunststof hoge dichtheid polyetheen.

‘Hellend dak’: een onder een helling (< 70 graden) geplaatste uitwendige scheidingsconstructie bestaande uit een onderconstructie en alle zich daarop bevindende lagen inclusief het van een harde, schubvormige, permeabele dakbedekking voorziene oppervlak dat is blootgesteld aan de weerselementen. De aansluitingen en overige details worden ook tot het dak gerekend. ‘Hemelwaterafvoer (HWA)’: voert regenwater via goten, pijpen of Pluviasysteem af naar de riolering.

‘Hemelwaterbelasting’: de hoeveelheid regenwater die in een bepaalde tijdseenheid op een vierkante meter dak valt.

‘Hoedligger’: balk met een hoedvorm als doorsnede: de onderste flenzen vormen uitstekende randen waarop een vloer kan worden opgelegd.

‘Hoekkeper’: de snijlijn van de schuine dakschilden op een uitwendige hoek (schild- of piramidedak). De afwerking vindt – net als bij een nok – plaats met nokpannen of vorsten.

‘Hollands spant’: dakconstructie van liggers die uit een combinatie van vormvaste driehoeken is opgebouwd.

‘Holle pan’: gegolfde pan, geschikt voor daken met een minimum helling van 25 graden.

‘Hydrokinetische naadverbinding’: een naadverbinding in een metalen dakbedekking, die voorzien is van een bocht of sponning waardoor capillair watertransport wordt voorkomen.

‘Hydroseeding’: is het aanbrengen van zaad middels het spuiten van een emulsie van water en zaad, al dan niet aangevuld met fixeermiddelen en meststoffen om erosie en het wegspoelen van zaad te voorkomen.

‘Hydrostatische naadverbinding’: een naadverbinding in een metalen dakbedekking, die met kit of kitbanen is gesloten.

‘Hydrotectoronderzoek’: onderzoek met een nucleaire vochtmeter om vochtconcentraties in een dakbedekkingsconstructie te kunnen lokaliseren.