Dakwoorden, definities en begrippen

Selecteer een letter:
A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |

Gevonden woorden:

‘Raatligger’: speciale uitvoering van een samengestelde ligger. Bij raatliggers worden IPE-profielen in het lijf trapeziumgewijs doorgesneden en wordt het boven- en onderstuk verschoven, waarna de delen weer op elkaar worden gelast.

‘Raveelbalk’: balk die de overgebleven delen van een dak- of vloerconstructie opvangt, nadat een opening in die constructie is gezaagd.

‘Rc-waarde’: de totale warmteweerstand van de constructie in m2•K•W-1.

‘Referentieperiode’: beoogd tijdsbestek waarin de bouwconstructie moet blijven voldoen aan de eisen.

‘Reinigend onderhoud’: handeling die het reinigen van daken betreft met betrekking tot vuil, voorwerpen, plantengroei en dergelijke

‘Rekenwaarde van de belasting’: de – bij de toetsing van een bouwconstructie – aan te houden waarde voor de belasting. De rekenwaarde van de belasting is het product van een representatieve waarde van de belasting en een belastingsfactor

‘Relatieve vochtigheid’: de relatieve vochtigheid van lucht van een bepaalde temperatuur is de verhouding tussen de werkelijke waterdamp van die lucht en de bij die temperatuur maximaal mogelijke waterdampdruk in %.

‘Relaxatie’: het afnemen van spanningen in een materiaal in de tijd bij gelijkblijvende afmeting.

‘Reparatie onderhoud (correctief onderhoud’: handeling die het herstellen van alle te onderscheiden latente en manifeste gebreken omvat.

‘Representatieve waarde van de belasting’: voorgeschreven basisbelasting waaruit met behulp van de belastingsfactor een rekenwaarde voor de belasting wordt bepaald.

‘RI&E daken’: risico-inventarisatie en evaluatie van platte en hellende daken is een beschrijving van de risico’s bij het uitvoeren van kortstondige werkzaamheden op (bestaande) daken. Hierbij wordt aangegeven hoe de risico’s met permanente veiligheidsvoorzieningen kunnen worden geminimaliseerd.

‘Rietvorst’: boogvormige dakpan die bij een rieten dak als nokvorst wordt toegepast.

‘Rm-waarde’: de warmteweerstand van een materiaallaag in m2•K•W-1.

‘Roeflat’: houten lat op de onderconstructie, waarop een zinken dakbedekking wordt bevestigd. Roeven worden over het algemeen in verticale richting op het dak verwerkt.

‘Roevendak’: metalen dak waarvan de platen met roeflatten worden verbonden. Het metaal wordt zo om de latten gebogen dat: • Het bij temperatuurschommelingen zonder te scheuren kan krimpen en uitzetten. • De aansluiting tussen de verschillende delen van het metalen dak waterdicht zijn. • De verbindingen minder gevoelig zijn voor beschadigen dan bij gebruik van alleen felsen.

‘Rookcompartiment’: een besloten gedeelte van een gebouw, bestemd als maximaal verspreidingsgebied voor rook.

‘Rookgetal’: de maat voor rookontwikkeling van een materiaal bij brand, bepaald met de proef volgens NEN 6066. Onderscheid wordt gemaakt tussen ‘zwakke’, ‘matige’, ‘sterke’ en ‘zeer sterke’ rookontwikkeling.

‘Rugvulling’: vervormbaar, bandvormig hulpmiddel dat dient om de diepte en breedte van de topafdichting in te stellen en tevens om de kit te scheiden van de bodem van de sponning.

‘Ruimte vakwerk’: een speciale uitvoering van stalen vakwerkliggers. Hierbij is het constructieprincipe van de vakwerkligger in drie dimensies uitgevoerd.

‘Ruwheidslengte’: maat voor de ruwheid van het terrein ten aanzien van de wind.