“De karige Rotterdamse subsidie voor groene daken past niet bij grote ambities van de stad”

Artikel delen

Het voortzetten van de succesvolle Rotterdamse groenedaken subsidie is een goede zaak. Door het vooruitstrevende Rotterdamse groenedakenbeleid neemt Rotterdam een unieke internationale koppositie in voor wat betreft het aantal begroeide daken, met ook enige spraakmakende iconen zoals de DakAkker, het Luchtpark op de Hofbogen, het Dakpark in Delfshaven en de Slimdak testsite.

Door: Emile van Rinsum-Slauerhoff 

De afgelopen jaren heeft de subsidiemaatregel velen in staat gesteld een groendak aan te leggen, met voordelen voor de stad zoals: verkoeling, waterberging en zeker ook de verhoging van de biodiversiteit. Minder blij kun je zijn met de verlaging van het subsidiebedrag naar 15 euro per vierkante meter. In de vorige subsidietranche was dit 25 euro per m2 en droegen sommige waterschappen nog extra bij. Daardoor werd het voor gebouweigenaren van met name bestaande bouw aantrekkelijk een groendak aan te leggen. De gemiddelde aanlegprijs van een groendak van 25-50 m2 is 65 euro. De vrees is dat bij het ontbreken van een aannemelijke financiële impuls het animo voor groene daken zal afnemen in Rotterdam. Daarnaast zou er een differentiatie in de subsidiebedragen kunnen worden toegepast. Gebouweigenaren krijgen dan voor een ‘groenblauw’ dak (met een grotere waterbergingscapaciteit en meer biodiversiteit dan een normaal sedumdak) meer subsidie per m2 . Zo zijn ze te stimuleren tot aanleg van daken die meer ‘doen voor de stad’.

Elders wordt deze differentiatiemethode al gehanteerd. In België gaat men uit van het aantal liters (regen)water dat op een groendak geborgen kan worden en de gemeente Den Haag werkt met een puntenstelsel, waarin bijvoorbeeld een sedumdak minder scoort dan een intensiever ‘natuurdak’.
Amsterdam heeft in de nieuwe vooruitstrevende subsidieregeling een minimum waterbergingseis van 30 liter per m2 opgenomen. Daarnaast is er een puntensysteem met criteria zoals: biodiversiteit, zichtbaarheid, locatie (nabij waterknelpunt?) en dus waterberging. Het maximum subsidiebedrag in Amsterdam is 50 euro per m2 voor een dak dat 50 liter per m2 of meer kan bergen. Het minimale bedrag is 30 euro, vanaf de ondergrens van 30 liter per m2. Nieuw in de Amsterdamse regeling is de biodiversiteitsbonus. Als het oppervlakte van het dak voor 50 procent of meer uit (inheemse) grassen, kruiden en struiken bestaat (en niet uit sedum dus), kunnen de Amsterdammers maximaal 10 euro meer krijgen per m2.

Emile van Rinsum

Differentiatie in de subsidiebijdrage is een middel om de aanleg van slimmere daken te stimuleren en ik pleit daar ook voor. Het aantal m2 bruikbaar platdak in Rotterdam is aanzienlijk. De aanleg van meer groene daken op dit gigantische oppervlak kan een welkome bijdrage bieden aan het veerkrachtiger en klimaatbestendiger maken van onze stad. Ook biedt het de mogelijkheid tot de aanleg van groene buitenruimte in een stad die zich steeds meer verdicht. Voor nieuwe gebouwen kan de (lokale) overheid slimme, groene retentiedaken ‘afdwingen’ door aan het ontwerp strengere voorwaarden te stellen voor wateroverlast, hittestress, verdroging, koeling en biodiversiteit. Door die aan de daken te koppelen, worden slimme-, groene- en retentiedaken ook financieel gezien een efficiënt middel om aan deze vergunningsvoorwaarden te voldoen. Dan zijn maatregelen zoals bergingstanks en infiltratievoorzieningen geen goedkoper alternatief meer. In het ‘Rotterdamse Weerwoord’staan ambitieuze doelstellingen voor van groene daken. Als de gemeente Rotterdam wil dat groene daken zo’n grote rol gaan spelen in het klimaatbestendig maken van de stad, is er meer nodig dan deze ééndimensionale, zuinige en te voorzichtige stimulering.


Emile van Rinsum-Slauerhoff is directeur van het Rotterdams Milieucentrum en ‘founding father’ van de DakAkker dakboerderij en het Slimdak op Het Schieblock en was tot voor kort als bestuurslid betrokken bij de stichting Dakpark in Delfshaven. Emile.vanrinsum@rotterdamsmilieucentrum.nl