Een dak moet je optimaal kunnen gebruiken

Artikel delen

Je kunt investeren in de verfraaiing van een dak van een markant gebouw, maar het belangrijkste is dat je zo’n dak optimaal kunt gebruiken. Want alleen zo kun je een pand winstgevend exploiteren. Een overduidelijke conclusie die Dakenraad kan trekken, na een inspirerend gesprek met de architecten die met hun innovatieve ontwerpen in de prijzen vielen bij de ontwerpcompetitie voor het dak van de Rotterdamse Maassilo: Bram van Grinsven, Joan Alomar en Groendak-adviseur Grad van Heck.

Totaalplaatje van het ontwerp van Joan Alomar en Grad van Heck. Copyrights: JA arquitectura.

Grad van Heck.

Tekst: Foka Kempenaar
Beeld: JA arquitectura en Studio Bram van Grinsven

Hoe de wereld eruitziet in 2060? Degenen die dit nu lezen en dat nog mogen meemaken, zullen zich hoogstwaarschijnlijk verbazen. Ook over daken en gevels. Kijkend naar de toekomst, vindt Grad van Heck in elk geval dat “geen enkel gebouw nog mag worden neergezet, zonder dat daarbij integraal naar alle gebruiksmogelijkheden van het dak wordt gekeken.”

Al meer dan vijfentwintig jaar zet Grad zich met zijn bedrijf in voor vergroening van daken. Hij is dan ook al jaren secretaris van de Vereniging Bouwwerk Begroeners (VBB), een van de trekkers van de Green Deal Groene Daken, vanwege de belangrijke bijdrage die daken kunnen leveren aan actuele issues, zoals het veranderende klimaat en een dalende biodiversiteit.

Na afloop van een eerste rondleiding in de Maassilo afgelopen juni, in het kader van een ontwerpcompetitie, hadden de van origine Spaanse architect Joan Alomar en de Hollandse bouwwerkbegroener elkaar snel gevonden. Grad: “Hij was voor mij de beste. Hij toonde een enorme interesse in het gebouw, bekeek het project in brede, integrale zin en legde direct interessante verbanden tussen vorm en functie.”

Joan Alomar.

Experimenteren

Joan studeerde in 2008 af aan de ETSAB (Escola Tècnica Superior d’Arquitectura de Barcelona). Nadat hij internationaal ervaring had opgedaan in onder andere Zuid-Korea en Rusland, startte hij in 2017 zijn eigen bureau, JA arquitectura. Nu werkt hij beurtelings vanuit Rotterdam, Mallorca en Formentera (Spanje). De Nederlandse stad aan de Maas wekte al tijdens zijn studie zijn interesse. “Omdat diverse belangrijke architecten als Koolhaas er hun roots hebben. Bovendien biedt Rotterdam ‘dankzij’ het feit dat er na WOII veel nieuw moest worden opgebouwd alle ruimte om te experimenteren.”

De Spaans-Rotterdamse architect houdt zich bewust bezig met een wijd spectrum aan architecturale disciplines, van urban planning tot interieurdesign. Hij bouwt hiervoor voortdurend aan een gedegen netwerk en werkt graag samen met experts zoals Grad. “Want om één ‘probleem’ – in het geval van de Maassilo de inrichting van het dak – op te lossen, moet je het als het ware eerst van alle kanten bekijken, om te zorgen dat je als architect in de juiste richting gaat bewegen.”

Straatbeeld koesteren

Net als Grad, hecht ook Joan er sterk aan om de mogelijke potentie van daken altijd mee te nemen bij een gebouwontwerp. “Multifunctionaliteit zie je hier in West-Europa steeds vaker, en is al een feit in de dichtbevolkte grote steden van landen als Zuid-Korea.” Daarnaast wordt er wereldwijd ook 31 in toenemende mate gefilosofeerd over de mogelijkheden van een volwaardig tweede gebruiksniveau in de stad. Dan zou je multifunctionele daken met elkaar moeten verbinden.

Joan: “Het realiseren van twee gebruiksniveaus zie ik in West-Europa zo een-twee-drie nog niet gebeuren. Misschien gebeurt dat op termijn wel in Azië, waar steden nu al zo compact zijn, dat er beneden geen ruimte meer is voor groen. Dan moeten ze wel het dak op. Maar steden zoals Rotterdam bieden door hun wijdse indeling een straatbeeld dat je juist moet koesteren.”

Totaalplaatje ontwerp Bram van Grinsven. Copyrights: Studio van Grinsven.

Grondige voorstudie

Bram van Grinsven was net als Joan en Grad een van de 60 deelnemers aan de ontwerpcompetitie voor het nieuwe dak van de Maassilo. Hij liep tijdens zijn studie Bouwkunde aan de TU Delft stage bij Architectenbureau Wiel Arets in Amsterdam. Vervolgens klom hij bij datzelfde bureau op tot junior architect en startte hij in september 2018 een eigen ontwerpstudio.
Bram was direct enthousiast na zijn eerste bezoek aan de Maassilo. “In beginsel kwam de nachtclub met de vraag om uitbreiding van hun discotheekruimte met een skybox.

In tweede instantie kwam daar een zo duurzaam mogelijke invulling van de rest van het dak bij.” Bram besloot echter al snel dat hij zich puur wilde focussen op de meer afgebakende skybox-vraag.
Beide architecten hebben goed gekeken naar de basis van de Maassilo, de constructie van de diverse betonnen delen die in drie verschillende tijdperken zijn gebouwd, de nog intacte silo’s. Vervolgens namen ze de huidige gebruiksfuncties onder de loep en keken ze naar de relatie van het gebouw met zijn omgeving. Bram: “Toen ik de eerste keer op het dak stond, zag ik aan de overzijde van de Maashaven de dakopbouw van Meelfabriek Latenstein, met zijn ken- merkende, fraaie oude dakopbouwtjes. Een soort elevator-huisjes met glazen kubussen erop.”

Bram van Grinsven.

Hommage aan jaren 30

Het silhouet van Latenstein en het spectaculaire uitzicht inspireerden Bram om vergelijkbare vormen te kiezen voor zijn ontwerp voor de Maassilo. De nu nog vrijwel helemaal dichte wanden van de nachtclub worden in zijn ontwerp aan een zijde geopend, door toevoeging van een geheel uit glas en staal opgetrokken skybar. De bar heeft een overstek, dat ook geheel van glas is.
De vorm is een hommage aan de jaren 30-gevel aan de voorzijde van het gebouw. “Daar zit een betonnen overstek met dito spanten die omhooggaan. Diezelfde vorm heb ik als het ware doorgetrokken aan de achterzijde.” Boven de glazen vloer van het overstek heeft Bram hangstoelen bedacht, “zodat bezoekers de hoogte straks echt ervaren”. Boven op de skybar plaatste Bram bovendien nog een extra glazen kubus. “Een loft met een 360-graden-panorama, die straks apart te verhuren is, inclusief een bescheiden dakterras.”

Ook in het ontwerp van Joan en Grad is een rooftopbar met view opgenomen. Hun ontwerp biedt bovendien een complete inrichting voor de andere dakvlakken. Hun cen- trale idee is om het dak van de Maassilo met nachtclub NOW&WOW te verbinden via een grote, brede houten trap. Joan: “Ik wist, doordat ik er eerder was geweest, dat de discotheek nu over slechts één groot raam beschikt, met uitzicht op een zeer groot plat dak. Dit bracht me op het idee om daar een uitgang te maken. Via de trap kunnen discotheekbezoekers straks naar buiten.”

Impressie centrale trap Joan en Grad. Copyrights: JA arquitectura.

De trap kan tevens dienstdoen als tribune voor openluchtvoorstellingen. Vervolgens kwamen Joan en Grad op het idee om een opening aan te brengen in het dakvlak, zodat de trap kan worden verlengd en er een directe verbinding met lager gelegen verdiepingen ontstaat. “Zo werkt het dak echt als de centrale verbindende factor, en kun je het ook bezoeken zonder dat je op zaterdagavond naar de nachtclub gaat.”

Grad: “Omdat de opdrachtgevers ons geen idee gaven of ze het dak straks zowel privaat als publiek willen gebruiken, hebben wij een voorstel uitgewerkt waarin beide opties openstaan.” Op het hoogste dak bevindt zich bovendien een ‘energyfarm’ met waterretentie, waar energieopwekking plaatsvindt via een groot aantal zonnepanelen. “We willen de silo’s in het pand gebruiken als voorraadvat voor overtollig regenwater. En met het water dat uit zo’n silo loopt, zou je weer stroom kunnen opwekken.”

Aanvullen

Het plan van Bram wordt sowieso op korte termijn in uitvoering genomen. De ideeën van Joan en Grad moeten nader worden beoordeeld, onder andere met het oog op de financiële haalbaarheid. Beide partijen zijn het erover eens dat beide ontwerpen op bijzondere wijze kunnen bijdragen aan de meerwaarde van de Maassilo. Grad: “Ze zouden elkaar qua functionaliteit prima kunnen aanvullen.” Bram: “Ik heb veel zin om er iets moois van te maken, en dan verwacht ik dat dit bijzondere gebouw zeker tot 2030 (dan loopt de huurvergunning af, red.), maar hoogstwaarschijnlijk langer, beeldbepalend zal zijn.”

Maassilo en competitie

De Graansilo Maashaven is al meer dan een eeuw een baken op Zuid. Het oorspronkelijke ontwerp is van J.P. Stok. In drie delen (in 1910, 1930, 1951) groeide dit gebouw uit tot de grootste graansilo van Europa en droeg zo bij aan het ontstaan van de grootste haven ter wereld.
Rond 2003 werd de graansilo verkocht aan de gemeente Rotterdam. Sinds de vestiging in 2004 van club NOW&WOW in het pand, is de graansilo stukje bij beetje verder herontwikkeld. Van de Creative Factory en Factory010 tot de Maassilo Eventlocatie. Het enorme gebouw biedt inmiddels plaats aan meer dan 30 bedrij- ven en behoort met een capaciteit tot 5.000 mensen tot de grotere evenementenlocaties van Nederland. Het initiatief voor het uitschrijven van een ideeëncompetitie kwam in eerste instantie van NOW&WOW. De club dacht aan een ontwerp voor een rooftop of skybox van circa 350 m2 op de 10de verdieping van de Maassilo. Al snel bleek de interesse zeer groot, en is in overleg met de gemeente Rotterdam besloten de competitie breder te trekken. Er werd tevens gezocht naar een creatieve invulling van de overige 6.000 m2 aan dakoppervlak en het aspect duurzaamheid werd als belangrijke wegingsfactor toegevoegd. In ruim een maand tijd kwa- men er maar liefst 60 inzendingen binnen. Het winnende ontwerp werd ELEVATOR, van studio Bram van Grinsven. De tweede prijs ging naar het ontwerp ‘de Maassilotop’, door JA arquitectura in samenwerking met groene-dakenspecialist Groendak. Ook de duurzaamheidsprijs van de gemeente Rotterdam ging naar dit ontwerp.

Meer informatie: www.JAarquitectura.com, www.groendak.info en www.bramvangrinsven.com.