Feiten en fabels: Windweerstand losliggende dakbedekking met specifieke afwerking

Artikel delen

Zowel Kiwa BDA als Dakmerk zou het zogenoemde damborddaksysteem hebben goedgekeurd. En deze dambordgeballaste daken zouden worden opgenomen in de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen, uitgebracht door VEBIDAK, Dakmerk en Kiwa BDA. Dat is niet juist.

In de afgelopen periode is vaak gepubliceerd over het damborddak. Daarmee worden partieel geplaatste betontegels als ballast bedoeld. De uitvoering van de betontegels is niet echt een ‘dambord’ patroon. De achtergrond van deze toepassing is dat daken met een losliggende dakbedekking en afgewerkt met een ballastlaag van grind, gevoelig kunnen zijn voor vervuiling. Sommige opdrachtgevers hebben de nadrukkelijke wens om het dak goed te kunnen onderhouden en schoonmaken. Constructief is het niet altijd mogelijk om het dak volledig te beleggen met betontegels en soms is het ook niet mogelijk om de dakbedekking op een andere manier te bevestigen.

Daarom is bij enkele projecten de vraag ontstaan of er een andere methode van ballasten mogelijk is, zodanig dat het dak goed te onderhouden is en constructief niet wordt overbelast. Volgens die publicaties worden speciale windhoektegels van Zoontjens Beton toegepast in een afmeting van 500 mm x 500 mm. Daarbij wordt dezelfde afstand tot de volgende tegel vrijgelaten, zodat het dak gemakkelijk is te reinigen. Zowel Kiwa BDA als Dakmerk zou dit systeem hebben goedgekeurd.

En deze dambordgeballaste daken zouden worden opgenomen in de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen, uitgebracht door VEBIDAK, Dakmerk en Kiwa BDA. Dat is niet juist. Er is geen sprake van een goedgekeurd systeem door Kiwa BDA. Die goedkeuring moet namelijk volgen uit een projecttoetsing op basis van de uitgangspunten van NPR 6708. Bovendien zal deze methode niet worden opgenomen in de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingsystemen.

Onder de specifieke vraagstelling van een opdrachtgever kunnen partieel geplaatste betontegels als ballast een uitkomst zijn onder de voorwaarde dat dit op projectniveau wordt getoetst en voldoet aan de genoemde voorwaarden. Op verzoek van Dakmerk is voor deze toepassing, op projectniveau, een beoordeling gemaakt waarbij de uitgangspunten van NPR 6708 zijn betrokken. De belangrijkste voorwaarden voor deze toepassing zijn:

  • Massa per m2 minimaal 50 kg;A
  • Maximale gebouwhoogte 8 m in windgebied 3;
    (bijbehorende stuwdruk is 0,65 kN/m-2);
  • Luchtdichte onderconstructie;
  • Gebouw moet conform methode van NPR 6708 als gesloten zijn te kenmerken;
  • Verdere toetsing moet worden uitgevoerd conform de beginselen van NPR 6708.

Losliggende dakbedekking onder extensieve begroeiing

Veel daken worden op dit moment uitgevoerd met een speciale afwerking, zoals de veel toeLgepaste extensieve begroeiing. Er zijn vele redenen te geven om te kiezen voor een begroeid dak. In de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen zijn richtlijnen gegeven voor de uitvoering van de dakbedekkingsconstructie onder extensieve begroeiing. Belangrijk is hoe wordt voorzien in de windweerstand van het dakbedekkingssysteem.

Al meer dan 25 jaar wordt gediscussieerd over de windweerstand van daken met extensieve begroeiing, of de dakbedekking hieronder losliggend kan worden aangebracht en hoe de dakbedekking moet worden bevestigd. Vaak is de redenering dat een berekening kan worden uitgevoerd, bijvoorbeeld volgens NPR 6708, voor het bepalen van het benodigde gewicht als ballast, uitgaande van grind. Als het benodigde gewicht bekend is, kan dat dan worden uitge-voerd als het gewicht van het totale dakbegroeiingssysteem. Dit lijkt voor de hand liggend, maar dit is niet correct.

In de nationale bijlage bij de Eurocode windbelasting, NEN-EN-1991-1-4+NB, zijn drukvereffeningsfactoren gegeven, onder andere voor daken met een losliggende dakbedekking, geballast met grind. Deze drukvereffeningsfactor is vastgesteld voor de afwerking van grof grind op een losliggende dakbedekking, onder specifieke voorwaarden. Deze is dus gerelateerd aan grind en geldt niet voor extensieve begroeiing. In de basis is de drukvereffeningsfactor bij grind Ceq= 0,1, hetgeen betekent dat slechts 10% van de externe windbelasting in rekening wordt gebracht. Dit is een onderbouwde drukvereffeningsfactor, gebaseerd op een achtergrondrapport. Een dergelijke drukvereffeningsfactor is niet bekend voor extensieve begroeiingen en mag daarom ook niet een-op-een worden overgenomen.

Bijvoorbeeld in de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen 2013 staat dat bij toepassing van extensieve begroeiing de onderliggende dakbedekking moet worden bevestigd. Er mag ook worden gerekend aan benodigd gewicht binnen deze Vakrichtlijn gesloten dakbedek-kingssystemen 2013, maar dan wordt de drukvereffeningsfactor Ceq= 1 gehanteerd. Praktisch gezien betekent dit dat het gewicht zodanig wordt, dat er geen sprake meer is van een extensieve begroeiing. Er is veel gediscussieerd over hoe dit kan worden opgelost.

Er was geen praktische mogelijkheid om een onderzoek uit te voeren naar de daadwerkelijke druk- vereffeningsfactor onder een extensieve begroeiing. Binnen NEN is er gewerkt aan een NTA (Nederlandse Technische Afspraak). Eind 2016 is NTA 8292 ‘Begroeide daken – Termen, definities en bepalingsmethoden – Windweerstand, waterretentie en brandgevaarlijkheid’ uitgebracht. Daarin is een nadere uitwerking gegeven van de voorwaarden voor losliggende dak-bedekking onder een extensieve begroeiing. Die maakt onderscheid in:

  • Opwaartse belasting;
  • Windweerstand om te voorzien in opwaartse belasting;
  • Risico van verwaaien (winderosie).

NTA 8292

NTA 8292 geeft aan dat op basis van experimenteel onderzoek moet worden aangetoond hoe de windbelasting op het project kan worden bepaald en hoe moet worden voorzien in de windweerstand. Als geen resultaten van experimenteel onderzoek bekend zijn (en dat is in feite in alle gevallen zo), kan gebruik worden gemaakt van de regels en richtlijnen van NTA 8292. Hierin worden in tabelvorm de eisen gegeven voor de windweerstand tegen windzuiging tot 12 meter hoogte en voor de weerstand tegen winderosie tot 10 meter hoogte, onder diverse toepassingsvoorwaarden.

Verder geeft NTA 8292 (onder diverse voorwaarden) de getalswaarden voor de benodigde droge massa van het dakbegroeiingssysteem bij een losliggend dakbedekkingssysteem voor de verschillende dakzones. Ook geeft NTA 8292 aan waar het dakbegroeiingssysteem zonder verplichte erosiebeschermende maatregelen is toe te passen. En op welke dakzones, gerelateerd aan de hoogte, het toepassen van een vegeta-tievrije zone of een zone met verplichte erosiebeschermende maatregelen noodzakelijk is.

Samenvattend, NTA 8292 geeft richtlijnen en voorwaarden voor het toepassen van een loslig-gende dakbedekking onder een dakbegroeiingssysteem. Deze hebben betrekking op een maximale gebouwhoogte van 12 meter voor de windweerstand en van 10 meter voor het risico van verwaaien (winderosie). In de Vakrichtlijn gesloten dakbedekkingssystemen 2018 zal een verwijzing naar de NTA 8292 worden gemaakt Voor hogere gebouwen geeft NTA 8292 geen oplossing. Daar moet de dakbedekking daarom worden bevestigd conform NPR 6708 of moet er via experimenteel onderzoek worden aange-toond dat wordt voldaan aan de eisen van het Bouwbesluit 2012.

Zie hiervoor ook Dakenraad nr. 136, februari 2017.