Fuchsiaroze: bellen op het dak

Artikel delen

Eind van de zomer bloeien weinig heesters, maar de Fuchsia gaat door tot aan de vorst. Niet alleen de Fuchsia’s die als zomergoed worden verkocht bloeien tot in de herfst, ook de meeste struikvormen die jammer genoeg slechts weinig worden toegepast.

Tekst & beeld: Annemieke Langendoen, Hollandsgroen BV

Fuchsia’s hebben liever ochtendzon (zonder ochtendzon aanzienlijk minder bloei); de hete zon van het middaguur kunnen ze alleen overleven met voldoende vocht. Toch is het een taaie struik. Deze halfheesters kunnen namelijk behoorlijk wat schaduw verdragen, overleven stevige wind (in Engeland tref je ze verwilderd aan in de winderige kustzones). Alleen strenge vorst kan een probleem zijn. Dan vriezen ze in tot net boven de grond en gedragen ze zich als vaste planten, vandaar de naam halfheester. Terugknippen na de winter is dan voldoende om in de zomer weer struiken van 1 meter of nog hoger te kunnen bewonderen. Op het dak is dat hetzelfde verhaal, worden ze alleen niet altijd even hoog. Fuchsia’s planten we bij voorkeur in een laag van 400 mm substraat om ze van voldoende vocht te voorzien. In zo’n laag lukt het om de planten 5-10 cm dieper te planten dan gekweekt, ter bevordering van de winterhardheid (een truc van kwekerij de Hessenhof).

Wat Fuchsia’s aantrekkelijk maakt zijn de vaak rood aangelopen blad- en bloemstelen, het mooie glimmend groene blad, de goede gezondheid en uiteraard de uitbundige bloei van juli tot oktober of november, vaak in fuchsiaroze, of een roodtint. Ze bloeien ook in wit, lichtroze of juist met harde kleurcontrasten zoals rood-wit of paars-roze.
Kijkend naar de Fuchsia wordt duidelijk waarom de plant bellenplant wordt genoemd: de hangende bloemen bevatten veelal een opbollend deel alsof er bellen onder de bloemblaadjes hangen, met de meeldraden als een klepel daaronder. Alleen klingelen deze bellen niet. Daarentegen heeft de botanische naam Fuchsia niets met deze associatie te maken, het is een eerbetoon aan de Duitse hoogleraar geneeskunde Leonhart Fuchs, die meerdere botanische boeken schreef en als één van de grondleggers wordt beschouwd van de plantkunde.
In de plantenwereld valt me op dat veel roze kleuren een verwijzing naar rood in hun naam krijgen.

Denk bijvoorbeeld aan de Phlox ‘Atropurpurea’, Rhododendron ‘Wilgens Ruby’ en Aubrieta ’Cascade Red’ die toch echt niet rood zijn. Andersom krijgen rode planten zelden of nooit een verwijzing naar roze. Tegenwoordig is het met internet gemakkelijker om de kleur van een bloem te beoordelen, maar zelf veel buiten zijn en de bloemkleuren op verschillende momenten van de dag beoordelen, blijft de beste manier om bloemkleuren in je hoofd te prenten. Fuchsiaroze blijft een moeilijke kleur om te omschrijven. In de mode is het vaak synoniem geworden voor hardroze, maar de meeste winterharde Fuchsia’s hebben een rode gloed door het roze heen, waardoor het een heel specifieke kleur is geworden. Laten we die kleur gewoon fuchsiarood noemen zodat de naam beter aansluit bij de bloemkleur. Met die kleur en de goede windbestendigheid in het achterhoofd, is het verbazingwekkend dat zo weinig daktuinen bevolkt zijn met Fuchsia’s. Het is echt de moeite waard ze toe te passen en al die kleurige bellen te laten dansen hoog in de wind. Probeer het gewoon eens!