Gaat wetsvoorstel Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen door?

Artikel delen

De Eerste Kamer heeft bij de brief van 8 maart 2019 vragen gesteld omtrent het wetsvoorstel Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aan minister Ollongren. Het beantwoorden van deze vragen is de laatste horde die de minister moet nemen voordat de Eerste Kamer over het wetsvoorstel Wkb stemt.

Het wetsvoorstel Wkb heeft grote gevolgen voor opdrachtgevers, projectontwikkelaars, architecten, constructeurs, aannemers, installateurs en gemeenten. Er is veel media-aandacht voor het wetsvoorstel geweest ten tijde van de brand in de Grenfell Tower in Londen met 72 dodelijke slachtoffers en de instorting van de parkeergarage bij Eindhoven Airport.
Op 11 juli 2017 heeft de Eerste Kamer de stemming over het wetsvoorstel op verzoek van de toenmalige minister Plasterk aangehouden. Wat is de kans dat het wetsvoorstel nu doorgang vindt?

Wetsvoorstel in het kort

De gemeente toetst niet meer de vergunningaanvraag aan bouwtechnische voorschriften. In veel andere West-Europese landen vindt al op enigerlei wijze privaat bouwtoezicht plaats. In plaats van de gemeentelijke toetsing van het papieren bouwplan houdt een private kwaliteitsborger tijdens de bouw toezicht. Die kwaliteitsborger dient te verklaren of het gerealiseerde bouwwerk aan de voorschriften voldoet. Zo nodig kan de gemeente de bouwtechnische voorschriften handhaven.
Daarnaast verhoogt het wetsvoorstel de aansprakelijkheid van de aannemer. In het wetsvoorstel is de aannemer aansprakelijk voor gebreken die niet bij oplevering zijn ontdekt, tenzij de gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen. De aannemer kan niet langer volstaan met het verweer dat de opdrachtgever het gebrek had moeten ontdekken bij de oplevering van het bouwwerk. Ook heeft de aannemer een verzwaarde waarschuwingsplicht. Hij moet de opdrachtgever wijzen op fouten in het ontwerp.

Dit zeggen voor- en tegenstanders

Er zijn tegenstanders die principieel tegen privatisering van het gemeentelijke bouw- en woningtoezicht zijn. De voorstanders van het wetsvoorstel werpen tegen dat de gemeenten onvoldoende kennis en capaciteit voor deugdelijk toezicht hebben. Meerdere pogingen zijn gedaan om het gemeentelijke toezicht te verbeteren, maar die zijn mislukt. Bovendien kunnen de gemeenten volgens de voorstanders nog steeds handhaven, zoals in het bestuursakkoord van 17 januari 2019 met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) is vastgelegd.

Op dit moment hebben opgeleverde bouwwerken de nodige gebreken. De voorstanders van het wetsvoorstel vinden dat terecht de aansprakelijkheid en waarschuwingsplicht van de aannemers worden verscherpt. Tegenstanders vinden dat de aannemers een te grote aansprakelijkheid en waarschuwingsplicht krijgen in verhouding tot de adviseurs van de opdrachtgever, zoals de architect en de constructeur.

Wanneer weten we meer?

Minister Ollongren zal schriftelijk reageren op de vragen van de Eerste Kamer. Daarna vindt of direct een stemming in de Eerste Kamer plaats of toch nog een tweede mondelinge behandeling. In de huidige samenstelling van de Eerste Kamer heeft het CDA de bepalende stem. Omdat het CDA in 2017 twijfelde over het wetsvoorstel, heeft Plasterk destijds verzocht de stemming aan te houden. In de brief van 8 maart 2019 stelt het CDA de meeste vragen. De uitkomst is onzeker. Er is haast geboden vanwege de aanstaande verkiezingen van de Eerste Kamer op 27 mei 2019.

Mr dr ing. Peter de Haan is op het wetsvoorstel Wkb gepromoveerd en heeft veelvuldig hierover gepubliceerd en cursussen gegeven.