Holland Solar spoort gemeenten aan om daken vol te krijgen

Artikel delen

De hoeveelheid opgewekte zonnestroom groeit hard. De verwachting is dat de teller voor 2018 rond de 4,5 gigawatt uitkomt. Bijna twee keer zoveel als het jaar daarvoor (2,7 gigawatt). Er moet echter nog flink in de opwekking van zonne-energie worden geïnvesteerd, willen we de doelstellingen van Parijs en het nationale Klimaatakkoord bereiken. “Wij denken dat er in 2050, als we vrij willen zijn van fossiele brandstoffen, zo’n 200 tot 250 gigawattpiek (GWp) aan zonne-energie nodig is. Daarvan zou eenderde gedekt kunnen worden via daken”, zegt Holland Solar bestuursvoorzitter Jaap Baarsma.

Tekst: Foka Kempenaar
Beeld: Holland Solar, Zonnefabriek BV en Foka Kempenaar

Toen wijlen hoofdredacteur Albert van den Hout in 2010 in Dakenraad een artikel wijdde aan branchevereniging Holland Solar, telde deze 92 leden. Sinds eind november 2018 zijn dat er maar liefst 151. Getallen die de steile groeicurve onderstrepen, die deze markt sinds 2011 doorloopt. Een explosieve ontwikkeling, mede voortgestuwd door subsidies als de salderings- en de SDE+-regeling. Maar wet- en regelgeving staan onder druk, terwijl de lat voor de Energietransitie en de ambitieuze klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 zeer hoog is gelegd. Daarom houdt Holland Solar voortdurend de vinger aan de pols.

“Wij maken ons sterk voor het benutten van zo veel mogelijk dakruimte”

Zo zijn de pijlen de laatste maanden onder andere gericht op lokale overheden. “Wij roepen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO) op ruimer in te zetten op zonne- en windenergie op het land. De opdracht vanuit het Klimaatakkoord luidt dat we in 2030 35 TWh (terawatt per uur) per jaar zouden moeten opwekken, maar 45 TWh is veel verstandiger”, aldus Baarsma in een recent artikel voor het Financieel Dagblad, samen met Hans Timmers, bestuursvoorzitter van de Nederlandse WindEnergie Associatie (NWEA).

Jaap Baarsma: “In 2050 moet een derde van de zonne-energie worden opgewekt via daken”.

Forse uitbreiding nodig

Het getal van 45 TWh lijkt in eerste instantie wellicht hoog, maar volgens het Energieakkoord, gesloten in 2013, zal er tussen 2020 en 2030 rond de 6 GWh aan windturbines op land zijn gebouwd. “Samen met de snelgroeiende grootschalige zonneprojecten op daken en deels op de grond, leidt dat volgens de Nationale Energieverkenning uit 2017 tot een opwekking van zo’n 23 TWh per jaar. En met de 2 TWh aan extra productie uit projecten die al in de planning staan, komt de teller van wind- plus zonne-energie rond 2023 al op 25 TWh per jaar”, rekenen de voorzitters voor.

De resterende opgaaf voor lokale overheden om op de beoogde 35 TWh te komen, bedraagt dan nog 10 TWh. Naast de 500 windturbines (wat veel lijkt, maar wat neerkomt op 1,2 turbine per gemeente) is daarvoor een forse uitbreiding van het aantal zonnepanelen op (boeren)bedrijfsgebouwen nodig. Als je hierbij meeneemt dat sectoren als transport, industrie en de gebouwde omgeving de komende jaren zullen overstappen op efficiënt elektrisch energieverbruik, dan is dat gat sneller dicht dan je denkt, en kan met een doel van 45 TWh volgens Baarsma en Timmers “onnodige vertraging worden voorkomen als op een later moment de opgave toch naar boven moet worden bijgesteld”.

Terugleversubsidie

Deze actie is karakteristiek voor de rol van Baarsma. Hij is vrijwel continu aan het lobbyen voor zijn sector. Zo ook op het moment dat het interview voor Dakenraad gepland staat. Dan blijkt hij onverwachts een pittig overleg te hebben over de invulling van de terugleversubsidie, de regeling die de huidige salderingsregeling in 2021 moet opvolgen (dit heeft het kabinet in juni 2018 besloten). “Holland Solar heeft er inmiddels voor gezorgd dat de investeringszekerheid (een terugverdientijd van 7 jaar) voor eigenaren van zonnepanelen is geborgd.” Maar nu moet er nog nader worden gesproken over de exacte invulling. “We willen dat het ook voor woningcorporaties gemakkelijk wordt om voor hun huurders zonnepanelen te regelen.” En een andere wens van Holland Solar is dat de regeling kan worden uitgebreid naar kleingebruikers, zoals het midden- en kleinbedrijf, omdat er tussen de ‘salderingsmarkt’ en de ‘SDE+-markt’ (Stimulering Duurzame Energieproductie gericht op grootverbruikers, red.) nog altijd een groot ongebruikt potentieel voor zonnepanelen ligt.

Daken volknallen

Linksom of rechtsom gaan alle investeringen en regelingen er volgens Baarsma toe leiden dat zonne-energieopwekking in de toekomst plaatsvindt op elk huis. “Ik sluit zelfs niet uit dat het regeltechnisch een verplichting wordt, dus dat de toepassing van PV-cellen ooit in het Bouwbesluit komt.” Bij vrijwel alle nieuwbouwprojecten worden PV-panelen ingepast, in toenemende mate indak. “En ook bij steeds meer renovaties zie je in alle nieuwe modellen die ze bedenken, dat zonnepanelen automatisch onderdeel zijn van ‘het pakket’. Het grote voordeel van deze vorm van vernieuwende energie is immers dat je via zonne-energie heel dichtbij, in de directe omgeving van een gebouw, stroom levert. Waar bekabeling al voorhanden is en de opgewekte energie direct kan worden gebruikt voor warmtepompen, boilers, en – vooral op het moment dat opslag interessanter wordt – in de nabije toekomst ook voor elektrische auto’s en andere vervoersmiddelen.”

Zonne-energie moet dus worden gestimuleerd. Moeten we dan, platgezegd, zoveel mogelijk daken volknallen? “Absoluut. Ons streven is dat meer dakeigenaren zich bewust worden van de mogelijkheden van de energie die op hun dak valt. Energie die zij zelf kunnen gebruiken of in brede zin kunnen aanwenden voor de elektriciteitsvoorziening in het algemeen.” Daarom doet Holland Solar volgens de voorzitter ook altijd een beroep op de maatschappelijke blik van ondernemingen.

Streefgetal

Van die maatschappelijke blik is het een kleine stap naar de lokale overheden, waar dit verhaal mee begon. Hoe ziet de door Baarsma beoogde ‘ruimere inzet van gemeenten op zonne-energie’ er in de praktijk uit? “Inventariseer wat er op daken en verweesde gronden mogelijk is en voer daar actief beleid op. Ga gesprekken aan met corporaties en ondernemersverenigingen en met land- en tuinbouworganisaties zoals LTO. Zet vervolgens in goed overleg een stip op de horizon, een streefgetal.” Dit proces begint volgens Baarsma met de juiste kennis over de hoeveelheid zonne-energiesystemen die zich al op daken binnen je gemeentegrenzen bevinden. “Sommige gemeenten hebben bijgedragen aan de Zonatlas (een online tool waarmee de geschiktheid voor het opwekken van zonnestroom van bijna alle daken in Nederland in kaart is gebracht, red.) en hebben zelfs dan nog geen idee!”

En hoe zit het met de volgorde: eerst de daken vol en vervolgens stukken land? “Nee, er is geen reden om bijvoorbeeld te wachten met het ontwikkelen van zonne-energie op de grond, totdat de daken vol liggen. Het klimaat vraagt om snelle actie op alle gebieden.” Deze denkwijze heeft Holland Solar samengevat in de zogenoemde Zonnewaaier. “Die geeft het benodigde ruimtegebruik aan van zonnepanelen noodzakelijk voor de energietransitie.” Daaraan zie je dat naast daken, infrastructurele ruimte en grond met lage waarde, ook tijdelijk en beperkt gebruik van landbouwgrond mogelijk en nodig is. “Maar alle mogelijkheden moeten wel goed worden ingepast in het landschap en in de samenleving.”

Meer in formatie over Holland Solar is te vinden op www.hollandsolar.nl