Koning Midas heeft ezelsoren

Artikel delen

Zacht, harig en zilvergrijs kenmerkt een ezelsoor. Ja, er bestaat echt een plant die ezelsoor heet. Op droge zandgrond en op zonnige plekjes zoals in een daktuin, voelt deze bodembedekkende plant zich thuis. Zelfs de hitte van deze zomer lijkt de ezelsoor niet te deren.

Tekst & beeld: Annemieke Langendoen, Hollandsgroen BV

Pas ingeplante daktuin in Hoofddorp, met onder andere ezelsoor, prikneus en alsem,
op 23 cm substraat.

Grijze, wollige haren op langwerpige bladeren beschermen de ezelsoor tegen zonnebrand en reguleren de vochthuishouding. Ezelsoor is daarmee een goede plant voor droge en warme zomers. Maar met extreme hitte heeft de plant niet altijd baat bij zijn dichte beharing. Illustratief daarvoor is een daktuin waar ik onlangs was. Het gras werd daar met pop-upsproeiers beregend, de plantvakken niet. Juist op de plekken waar dagelijks water valt, zagen de ezelsoren er slecht uit: schimmelige bladeren die verrotten, omdat ze het vocht slecht kwijt kunnen en er tussen de sproeibeurten een te korte rustpauze zit om helemaal op te drogen.

Een goede plant voor droge zomers

Daar waar geen beregening kwam, zag het blad er prima uit, wat duidelijk maakt dat ezelsoren een droge, zonnige plek nodig hebben om te kunnen floreren. Dit geldt tevens voor veel andere planten met bladbeharing zoals wollige tijm, muizenoor, lamsoor en edelweiss. Begrijpelijkerwijs kunnen voor dikbehaarde planten te natte winters eveneens funest zijn op een niet goed afwaterende plek. Een paar uitzonderingen zijn er ook, maar dan meestal omdat het harige blad een andere structuur heeft: vrouwenmantel, smeerwortel en bijvoorbeeld geranium kunnen heel goed tegen schaduw en vocht. De haren op deze bladeren zijn minder lang en/of staan minder dicht opeen.

Ezelsoor, Stachys byzantina, is een andoornsoort die vooral vanwege het mooie blad wordt geplant. Er zijn zelfs variëteiten die niet bloeien. Net als andere andoorns heeft de ezelsoor lila lipbloemen, al zijn de aren veel hariger en superzacht. Op een laagdikte van minimaal 150 mm substraat is ezelsoor een waardevolle dakplant.

Bij de naam ezelsoor denk ik meteen aan het verhaal van Koning Midas, dat vroeger bij ons thuis regelmatig werd verteld. Dat verhaal uit de Griekse mythologie komt erop neer dat de armlastige Koning Midas ooit eens, als dank voor zijn gastvrijheid, een wens mocht doen. Midas wenste dat alles wat hij aanraakte, in goud zou veranderen om zijn geldproblemen op te lossen. En zo geschiedde tot zijn vreugde. Pas toen hij ontdekte niets te kunnen eten en zelfs zijn dochter veranderde in een gouden standbeeld, besefte hij hoe dom zijn wens was. Gelukkig kon, na langdurige smeekbeden, zijn wens ongedaan worden gemaakt. Het verhaal had een vervolg. Op een dag kwam hij de god Pan tegen, die een muziekwedstrijd hield met Apollo. Apollo speelde vele malen mooier op zijn lier dan Pan op zijn fluit, maar toch beweerde Midas, die Pan te vriend wilde houden, dat Pan de winnaar was. IJdele Apollo werd daarop zo boos, dat hij Midas keihard aan zijn oren trok, zodat ze veranderden in ezelsoren.

Ingewaaide ezelsoor op dak met 80 mm substraat, heeft
huidige droogte niet overleefd.

Iemand die zo slecht kon luisteren, verdiende niet anders. Oh, wat had ik altijd een medelijden met die domme koning die voortaan een tulband moest dragen om zijn oren te verbergen. Ook een koning moet zo nu en dan zijn haar laten knippen. De kapper beloofde Midas dat hij nooit over zijn oren zou praten, maar dat was een ondraaglijke belofte. Om toch zijn verhaal kwijt te kunnen groef de kapper een gat en riep daarin ”Koning Midas heeft ezelsoren”. Hij maakte het gat daarna netjes dicht en dacht dat zijn verschrikkelijke geheim nu veilig was. Maar op die plek begon riet te groeien en iedereen die langsliep hoorde het riet fluisteren: ‘Koning Midas heeft ezelsoren, Koning Midas heeft ezelsoren, ….’.

Zilveren beeld van bloeiende Stachys byzantina.

Waarom Apollo speciaal koos voor ezelsoren is onduidelijk. Het kan zijn dat toen al de uitdrukking bekend was ‘zo dom als een ezel’. Dat lijkt me plausibel, al dacht ik als kind dat Midas nog best geluk had gehad, want die oren waren wel lekker zacht, net zo aaibaar als het blad van de ezelsoor die in onze tuin stond.