Dakgebreken

Actueel
Artikel delen

Onderhoud, dakveiligheid en PV-panelen

Door de ‘zonnebril’ van een installateur van zonnepanelen bezien, levert het volleggen van een plat dak met PV-panelen het meeste rendement op. Door de bril van de dakdekker is deze energiebesparende maatregel veelal verstorend voor het jaarlijks preventief en correctief onderhoud. Hoe moeten we omgaan met deze tegenstrijdige belangen?

De huidige gekozen inrichting van PV-daken, met hierop aangebrachte veiligheidsvoorzieningen voor kortstondig onderhoud, voldoet steeds vaker niet aan de algemeen geaccepteerde stand der techniek met betrekking tot veiligheid die momenteel door de verschillende branches wordt gehanteerd. Zo is onderhoud in de randzones vanaf het dak vaak niet mogelijk omdat het dakvlak volledig met PV panelen is vol gelegd.

Binnen de ontwerpfase van de dakinrichting zijn een aantal factoren van belang. Daaronder valt ook het geïn­tegreerde ontwerp voor het jaarlijks onderhoud van het dakbedekkingssysteem en onderhoud aan de PV-installatie. Tevens van belang is de momenteel veel gevoerde discussie over de mate van brandveiligheid van de dakbedekkings­constructie in combinatie met een PV-installatie vanuit verzekeringsoogpunt.

Arbowetgeving

Men is niet verplicht permanente dakveiligheidsvoorzieningen op daken aan te brengen voor het plegen van (kortstondig) onderhoud. Echter, in de arbowetgeving staat dat er altijd veilig moet kunnen worden gewerkt. Dit kan op verschillende manieren, mits de gekozen werkmethode veilig is en goed is onderbouwd. De Arbeidsomstandighedenwet heeft betrekking op veiligheid, gezondheid en welzijn in verband met arbeid en omvat onder meer algemene verplichtingen voor de werkgever en werknemer en voorschriften voor samenwerking en overleg tussen werkgever, werknemer en deskundigen. Het werken op daken, ook tijdens de beheerfase, valt onder het regime van de Arbowet. De algemene regels en doelstellingen van de Arbowet zijn nader geconcretiseerd en uitgewerkt in het Arbobesluit en de Arboregeling. De branche zelf bepaalt over het algemeen hoe en op welke wijze aan bovengenoemde doelvoorschriften kan worden voldaan.

In gezamenlijk overleg tussen de werkgeversorganisaties en vakbonden is het een en ander in een Arbocatalogus vastgelegd. De Arbocatalogus wordt getoetst door de inspectie van SZW, waarbij gecontroleerd wordt of aan de minimale doelvoorschriften kan worden voldaan. De Arbocatalogus Platte Daken is van toepassing voor werkgevers en werknemers van de bitumen en kunststof dakbedekkingsbranche. In deze catalogus staan de gemaakte afspraken om invulling te geven aan de doelvoorschriften gezond en veilig te werken. In de inrichting van de daken ten aanzien van veiligheid is zoveel mogelijk met de Arbocatalogus rekening gehouden, alsmede met de laatste stand der techniek voor het veilig inrichten van de daken.

Eisen Bouwbesluit

In het Bouwbesluit worden eisen gesteld aan veilig onderhoud bij nieuwbouw. Voor nieuwbouw is het verplicht dat veilig onderhoud aan gebouwen kan worden gepleegd. Hiervoor is de checklist ‘Veilig onderhoud op en aan gebouwen 2012’ opgesteld. Deze is inmiddels opgenomen als indieningsvereiste voor een aanvraag van een omgevingsvergunning. Het is dus verplicht na te denken welke maatregelen men kan nemen voor het veilig en doeltreffend plegen van onderhoud. Een vooraf opgemaakte rapportage kan mede worden gebruikt om aan te tonen hoe tijdens de gebruiksfase veilig onderhoud mogelijk is. In het ontwerpstadium is daarover vaak onvoldoende nagedacht.

Bestek

In het bestek staat vaak aangegeven dat de aannemer een dak RI&E moet uitvoeren. Hierbij wordt voor platte daken een ontwerp gemaakt conform bestek waarbij er nog wel eens voor gekozen wordt om in het midden van het dak een kabelsysteem aan te brengen met penduleankerpunten op de hoeken van de daken. Dit is een veel geziene oplossing voor het integraal veilig kunnen werken in de onveilige viermeterzone vanaf de dakrand. Het probleem van onvoldoende ruimte wordt dan in dit geval vaak doorgeschoven naar de uitvoerende partijen.

De dak RI&E voor het aanbrengen veiligheidsvoorzieningen is niet direct wettelijk verplicht en is alleen bedoeld om de posities te bepalen waar welke voorzieningen moeten komen om bij kortstondig onderhoud gedurende de gebruiksfase veilig te kunnen werken. Bij groot onderhoud zijn immers collectieve maatregelen verplicht. Voor het inrichten van de daken met veiligheidsvoorzieningen zijn verschillende richtlijnen opgesteld die inmiddels bouwbreed worden gehanteerd. De meest bekende zijn het Arbo-informatieblad Veilig werken op daken, het A-blad Platte Daken en de Arbocatalogus Platte Daken.

Ontwerp veiligheidsvoorzieningen

De dak RI&E en de dakplattegrondtekening met veiligheids­voorzieningen zijn feitelijk bedoeld voor het plegen van kortstondig onderhoud op de daken gedurende de gebruiks­fase. In basis zijn het ontwerp en de uitvoering van de veiligheidsvoorzieningen voor het plegen van veilig dakonderhoud daarin goed verwerkt. Het kan echter gebeuren dat door later aangebrachte PV-panelen men niet meer bij de penduleankerpunten en dakranden kan komen. Reinigend onderhoud aan de dakranden is dan niet mogelijk, en waarschijnlijk ook niet in het vlak van de daken, omdat die nagenoeg geheel vol zijn gelegd met panelen. In de praktijk zal onderhoud aan de dakbedekking dan veelal achterwege blijven en zal het reinigen van de panelen hoogstens met gebruik van een reinigingsrobot plaatsvinden. Overigens is het wettelijk niet verplicht een ontwerp en de inrichting van de veiligheidsvoorzieningen aan te passen. Wel wordt steeds meer geconstateerd dat het huidige ontwerp en de inrichting niet praktisch zijn en zeker niet gebruiksvriendelijk.

Onderhoudswerkzaamheden daken

Bij een dak RI&E wordt voor het plegen van kortstondig onderhoud rekening gehouden met welke werkzaamheden op de daken moeten worden uitgevoerd. Feitelijk dienen deze werkzaamheden door de opdrachtgever vooraf te worden aangegeven en met welke frequentie deze moeten worden uitgevoerd. De inrichting van de daken dient hierop te worden afgestemd. In de praktijk wordt hier niet goed over nagedacht, bijvoorbeeld als een dak geheel vol wordt gelegd met panelen. Na oplevering ontstaat dan de discussie dat doelmatig dakonderhoud niet mogelijk is, ondanks de aanwezige veiligheidsvoorzieningen. Onder de panelen kan bij de meeste zonne-energiesystemen geen reinigend onderhoud aan de dakbedekking worden uitgevoerd. De mogelijkheid om bij de dakranden in de onveilige zone te komen, neemt hierdoor ook af.

De beste optie

Vanuit Kiwa BDA wordt het standpunt gehanteerd dat voor het veilig kunnen werken in de onveilige zone langs de dakrand, een afstand moet worden aangehouden tussen de PV-panelen en de dakrandopstand van minimaal twee meter. Op dit moment is het toegestaan om panelen tot aan de dakrand aan te brengen. Wanneer door partijen besloten wordt om de tweemeterzone langs de dakrand niet vrij te houden, kan in de praktijk niet veilig, aangelijnd onderhoud worden uitgevoerd in deze zone. Überhaupt moet men zich afvragen of onderhoud aan het dakbedekkingssysteem mogelijk en zinvol is als de daken vol liggen met panelen; daarenboven dreigt dan ook uitsluiting van de waterdichtingsgarantie.

Belangrijk is dat opdrachtgevers en (dak)aannemers zich realiseren dat bij het niet vrijhouden van de tweemeterzone veel discussie kan ontstaan bij de oplevering, met als argument dat dit niet voldoet aan de geldende richtlijnen. Het vrijhouden van de tweemeterzone is op dit moment niet verplicht, maar wel de beste optie. Kiest men ervoor om toch het hele dak te benutten voor PV, maak dan tijdig de knelpunten bespreekbaar en bepaal gezamenlijk of en hoe het onderhoud in de onveilige zone gedurende gebruiksfase zal worden uitgevoerd. Voorkomen blijft beter dan genezen!

Tekst: Erik Steegman Kiwa BDA. Dit artikel is eerder in Roofs verschenen en tot stand gekomen in samenwerking met René Hartman, adviseur & veiligheidsexpert voor Kiwa BDA.