Eerste intensieve Polderdak met moestuin lust voor het oog

Artikel delen

Torenhoge zonnebloemen, enorme courgettes, ja zelfs een appelboom. De moestuin op het dak van het Court Garden Hotel in Den Haag is in alle opzichten een project om je vingers bij af te likken. Terwijl ik het weelderige groen in me opneem, kan ik me nauwelijks voorstellen dat de eerste zaden slechts enkele maanden geleden zijn geplant. Namens Dakenraad betreed ik de biologische pluktuin ruim anderhalve week na de officiële opening door burgemeester Pauline Krikke op 15 juni jongstleden. Een tuin die is ontworpen en aangelegd door de Dakdokters. “Dit is de eerste keer dat we ons Polderdak op zo’n intensieve wijze hebben gecombineerd met een moestuin”, aldus Friso Klapwijk, directeur Dakdokters.

Tekst en beeld: Foka Kempenaar

“Wat hebben jullie in die grond gestopt? Niet normaal, zo goed als alles groeit!” Enthousiaste woorden van hoteldirecteur-eigenaar Achou Zhang, wanneer ik samen met haar en Friso Klapwijk de kersverse pluktuin op het dak van haar hotel bewonder. Ik voel even aan de aarde. Die is opmerkelijk vochtig. Zeker als je bedenkt dat er op het moment van het bezoek al wekenlang geen druppel regen gevallen is.

Dat de tuin er zo mooi bijstaat, is volgens Friso niet alleen te danken aan het waterbufferende vermogen van het Polderdak, maar ook aan “de groene vingers van de echtgenoot van Achou”. Daarbij heeft de heer Zhang zich samen met zijn vrouw terdege verdiept in biologisch tuinieren. Dat blijkt uit de keuze van gewassen en bloemen en de wijze waarop deze zijn geplant. Zo vind je bijvoorbeeld Afrikaantjes en ook diverse Allium-soorten (sieruien) tussen de groenten, om het ongedierte op natuurlijke wijze op afstand te houden.

Echt wat anders

Achou ontdekte de Dakdokters acht jaar geleden al, toen ze zich presenteerden tijdens een bijeenkomst van Greenkey (internationaal keurmerk voor duurzame bedrijven in de recreatie- en vrijetijdsbranche en zakelijke markt, red.). Toen de plannen voor een moestuin vastere vorm begonnen aan te nemen en het dak aan renovatie toe was, schoot het bedrijf haar opnieuw in gedachten. “Ik had al lang offertes liggen van een dakdekker en een loodgieter die sedum op het dak konden leggen. Maar ik wilde echt wat anders.”

Een vlieger moet de hongerige duiven op afstand houden.

Nadat Achou de Dakdokters had gesproken, wist ze dat zij de juiste partij waren. “Zij bieden een integraal concept en konden ons dus helemaal ontzorgen. Dat was precies wat we zochten.” Friso Klapwijk vult aan: “Als vaklieden vergeten we nogal eens dat het voor de meeste van onze klanten de eerste keer is dat zij een dak moeten inrichten. Hoe fijn is het dan als iemand van A tot Z met je meedenkt over zaken als waterdichtheid, constructie en afwatering? En dan komt daar – last but not least – ook nog eens de kennis over subsidies bij.”

Andere koek

De Dakdokters hebben uiteraard wel vaker moestuinen gerealiseerd. Maar die werden dan gevuld met wisseltrays, waarbij de groenten en kruiden bij de kweker zijn opgekweekt. Dit bleek andere ‘koek’. Friso: “Achou wilde zelf een echte moestuin aanleggen in de volle grond. Eentje die ook nog eens visueel aantrekkelijk moest zijn voor haar gasten, die er doorheen moesten kunnen wandelen. Bovendien wenste ze een zo groot mogelijke gebruiksoppervlakte.”

De eerste ontwerpen zijn allemaal in de prullenbak verdwenen, want Achou nam geen genoegen met 30 of 40 vierkante meter. “Dat terwijl het dak heel ondiep is. Mij is het eerlijk gezegd niet gelukt om het juiste ontwerp te bepalen. Gelukkig zag mijn collega Nourddin Doudouh de oplossing wel”, lacht Friso. Hij bedacht uiteindelijk een fraai patroon, met rondlopende bakken van cortenstaal. “Zo ontstonden kronkelende paden, waardoor je niet meer het idee hebt dat je op een dak bent. Alleen de ontluchtingen die je tegenkomt, herinneren je daaraan.”

De tuin is volgens de ambitieuze hoteleigenaar precies geworden wat ze voor ogen had. “Het is eigenlijk een extraatje bovenop alle andere duurzame aanpassingen in ons hotel. Een levend visitekaartje, wat écht toont wat een groen hotel inhoudt. Je ziet het direct als je aankomt.” Ook over de opbrengst is ze te spreken: “Mijn man en ik hebben sinds maart geen groente meer hoeven kopen”. Bovendien blijkt de tuin ook verbindend te werken. “Zo heb ik vandaag weer bamboestokjes gehaald bij een andere moestuin, omdat zij die over hadden. En ik heb pasgeleden rozemarijn weggegeven aan een project in Moerwijk, omdat ze daar te weinig groenbudget hadden, terwijl die planten hier de boel overwoekeren.”

Lelijke spijlen

De stalen bakken langs de rand van de tuin vormen tevens de valbeveiliging. Friso: “Die zijn hoog genoeg. Bovendien zijn ze zo verankerd dat je ze niet om krijgt, zelfs al zou je een aanloop nemen.” Een oplossing waar Achou heel blij mee is. “En dan hebben ze er ook nog aan gedacht om de naam van ons hotel er in te frezen.” Geen lelijke spijlen dus, maar mooie bakken.

Is er in dat opzicht wat veranderd sinds het interview met de Dakdokters in 2016 in Dakenraad? (In dat verhaal geeft Friso’s oud-collega Daan de Leeuw aan dat het strikt naleven van de regels door de gemeente ten koste gaat van het creatief ontwerp, red.) Friso: “Helaas niet. Het blijkt nog steeds heel lastig om andersoortige oplossingen goedgekeurd te krijgen. Zodoende waren we ook in dit geval relatief veel tijd en geld kwijt, onder andere aan constructieberekeningen.”

Belemmerende regels

Door de belemmerende regels verlopen veel dakinrichtingsprocessen nog altijd trager dan Friso zou willen: “Iedereen belijdt wel dat het logisch is dat het anders moet, maar zowel het Bouwbesluit als lokale welstandsnota’s lopen hopeloos achter.” Ter illustratie van dit standpunt haalt hij een actueel voorbeeld aan, waarbij de Dakdokters eenzelfde type oplossing hebben gekozen als bij het Court Garden Hotel. “Een project in Amsterdam. Daar dreigen we helaas vast te lopen, omdat de gemeente aan haar visie wil vasthouden. Terwijl het project zowel technisch als visueel gewoon klopt!”

De directeur van Dakdokters bemerkt daarentegen wel een duidelijke verandering in de dakenbranche. “Er wordt nogal eens gezegd dat dit een heel traditionele markt is, maar ik ervaar heel veel positieve energie. Onder de dakdekkers, maar ook bij het samenwerken met diverse leveranciers. Er overheerst echt een gevoel van ‘die multifunctionele daken gaan wij gewoon realiseren’. Dat was een paar jaar geleden heel anders.”

Overigens laat de discussie rondom gasloos bouwen zien dat de politiek wel degelijk voorop kan lopen. “Maar dan moeten ze dat wel willen. Als overheid heb je de macht om te zeggen ‘jongens er wordt geen dak meer gemaakt, zonder dat er is nagedacht over de intelligentie van dat bouwdeel’. Als branche kunnen we dat al lang leveren. Dus overheid, geef ons dan ook de ruimte!”