Branche leidt mensen zelf maar op tot dakdekker

Artikel delen

Als anderen het nalaten, dan doen we het zelf wel. Dat is in het kort de gedachte achter GAan in de Bouw, een nieuwe opleidingsmethode voor onder andere dakdekkers. Dakenraad nam een kijkje bij de tweede groep leerlingen die bij Bouwmensen in Horst de module ‘Basiskennis pannendekken’ volgde.

Tekst en beeld: Armand Landman

Willem Aerts werkte jarenlang in de metaal. “Als dakdekker word je wel gewaardeerd.”

Onder toeziend oog van twee ervaren leermeesters leggen elf dakdekkers pannen op een houten constructie. We zijn weliswaar in het pand van Bouwmensen Limburg, maar aan de gemiddelde leeftijd van de leerlingen is af te leiden dat het hier niet om een reguliere mbo-opleiding gaat. Daarvoor ogen de cursisten net een paar jaar te oud en verraden hun handelingen net iets te veel ervaring. En dat klopt, want dit is de tweede groep dakdekkers die een opleiding volgt via het nieuwe opleidingsmodel voor Gespecialiseerde Aannemers: GAan in de Bouw.

Zinkbinken Andrzsej Rekas en Jelle Coppelmans van Verkoelen Dakspecialisten breken hun dakconstructie weer af

Gespecialiseerde beroepen

GAan in de Bouw is een initiatief van de sectie Gespecialiseerde Aannemerij binnen de Aannemersfederatie Nederland (AFNL). Het biedt opleidingen in metselen, hellende daken, voegen en lijmen (van kalkzandsteen). Stuk voor stuk disciplines waar in het reguliere onderwijs steeds minder les in wordt gegeven.

De opdracht voor vandaag, schuur met zadeldak.

Piet Jacobs, opleidingscoördinator Hellende Daken bij Gebouwschil Nederland (GNL) is één van de drijvende krachten achter het nieuwe opleidingsmodel, dat mede wordt betaald door de bedrijfstak zelf. “Met alleen de ROC’s, de BBL- en BOL-trajecten, redden we het niet. De tekorten aan goede vakmensen zijn zo nijpend dat er echt iets moest gebeuren. We zagen ook al jarenlang dat het reguliere onderwijs nauwelijks nog les geeft in gespecialiseerde beroepen. Daarom hebben we de handschoen opgepakt en zijn we zelf een opleiding begonnen, uitdrukkelijk samen met dakdekkersbedrijven en toeleveranciers. Alle merken dakpannen, folies, dakvensters en dergelijke zijn kosteloos aan ons beschikbaar gesteld.”
Jacobs legt uit dat de opleidingen “beheersbaar, uitvoerbaar en betaalbaar zijn. We werken met korte modules van gemiddeld drie dagen en geven de lessen het liefst in de buurt van de bedrijven. Dat betekent dat bedrijven hun vakmannen niet al te lang op de bouwplaats behoeven te missen.

Stefan Dielissen meet de panlatten uit.

Iedere module bestaat uit een theoriegedeelte, gegeven door een bevoegde docent en examinator van het Deltion College uit Zwolle, een praktijkinstructie door ervaren leermeesters en een afsluitend praktijkexamen. De behaalde bedrijfstakcertificaten en -diploma’s kennen een zogenoemde NLQF-certificering. Ze zijn vergelijkbaar met een reguliere mbo-opleiding niveau 2. Met een paar extra vakken kunnen leerlingen dat mbo-diploma ook nog halen als ze dat willen, maar dat hoeft niet. Let wel, de meeste leerlingen hoef je de basisbeginselen van werken in de bouw niet meer bij te brengen, wel de gespecialiseerde kneepjes van het vak dakdekken.”

Leermeester Toon Janssen legt een leerling uit wat hij graag anders zou zien.

Gewaardeerd

Dat blijkt in het praktijklokaal waar de elf leerlingen van drie verschillende dakdekkersbedrijven vandaag les krijgen. Verreweg de meesten werkten eerst in een andere sector en kwamen min of meer toevallig in de dakenbranche terecht. Het is de tweede groep die de module Hellend Dak volgt, de eerste groep startte in oktober vorig jaar. Eén de leerlingen is Willem Aerts. Hij werkt bij Jacobs Dakbedekkingen. “Ik heb jarenlang in de metaal gewerkt. Tijdens de crisis ben ik bij wel vier bedrijven ontslagen. Ik heb toen een tijdje in de isolatie gewerkt, maar dat betaalt slecht en het is een ondergewaardeerd beroep. Als dakdekker word je wel gewaardeerd en bovendien ben je de hele dag lekker buiten.” Aerts rolde toevallig in het vak toen hij eens iemand meehielp met het leggen van een pannendak.

Leermeester Hans Schatorie complimenteert Andrzej Rekas en Jelle Coppelmans.

“Toen werd ik echt gegrepen door het ambacht. Ik ben heel blij dat ik deze opleiding mag doen, want ik leer echt ontzettend veel.” Hij krijgt bijval van zijn collega Stefan Dielissen. “Ik heb hier vroeger op school gezeten. Ik ben hier opgeleid tot metselaar. Ik ben acht jaar metselaar geweest en werd door mijn vorige werkgever uitgeleend aan Jabobs. Toen kwam ik erachter dat werken op het dak veel afwisselender is. We doen momenteel veel zonnepanelen, zowel op platte als op hellende daken. Ik sta nu niet meer de hele dag aan een muur te trekken. De opleiding is echt nuttig. Een paar pannen leggen kan iedereen, maar het gaat erom dat je alles netjes uitmeet. Op het werk is minder tijd om dat goed uit te leggen, maar hier heb ik al heel veel nuttige uitleg gekregen. Ik heb een spiekbriefje gemaakt dat ik dagelijks mee het dak op neem.”

Een paar meter verder staat Shane Pasch te zuchten. Het pannendak dat de werknemer van Weijerseikhout zojuist heeft gelegd, voldoet niet aan de eisen van leermeester Toon Janssen. “Ik vind het een prachtig vak”, vertelt Pasch. “Moeilijk, maar veel leuker dan mijn vorige werk. Ik ben supertrots dat ik deze opleiding van mijn baas mag doen. Ik besef dat ik nog veel moet leren en de docenten zijn echt streng. Maar dat is juist goed. Ik leer enorm veel.”

Leermeester Toon Janssen demonstreert een pannensnijder waarmee dakpannen stofvrij op maat kunnen worden gesneden.

Onderscheiden

Piet Jacobs leidt ondertussen de Limburgse gedeputeerde voor onderwijs, Hans Teunissen, rond door het praktijklokaal. Teunissen blijkt onder de indruk van het initiatief. “Ik kan me de tijd nog herinneren dat er hier in de regio maar één baan was voor drie mensen. Nu is het omgekeerd. Iedereen schreeuwt om vakmensen. Het is dus prachtig dat de sector zelf mensen opleidt. Dat die zijn verantwoordelijkheid neemt. Want de overheid kan niet alles doen.” Jacobs: “Ik merk dat de bedrijven die hun mensen deze modules laten volgen, zich ook echt willen onderscheiden met goed onderwijs. En voor de kosten hoef je het niet te laten. Een dag kost 295 euro per cursist, maar bedrijven kunnen vanuit het O&O-fonds in de cao nog 100 euro subsidie per persoon krijgen. Bovendien: hier mogen de jongens 10 fouten maken. Die maken ze niet meer op het werk, dat scheelt dus flink in faalkosten. Daarmee verdien je de opleiding zo weer terug.”

Jacobs denkt bovendien alweer vooruit. “We zijn in gesprek met de leidekkersvereniging. Daarmee willen we een opleiding tot leidekker gaan aanbieden, inclusief werken met lood, zink en koper. Dat wordt dan een niveau 3-opleiding, waarvoor je wel eerst alle modules op niveau 2 moet hebben behaald.”

Zinkbink

Aan de andere kant van het praktijklokaal breken Andrzej Rekas en zijn collega Jelle Coppelmans van Verkoelen Dakspecialisten het door hen voltooide pannendak weer af. Leermeester Hans Schatorie heeft ze vlak daarvoor gecomplimenteerd met hun werk. Rekas is trots. “We zijn allebei zinkbink bij Verkoelen. Hebben nog nooit eerder een dakpan vastgehad. En ik vind het best moeilijk. Dan zegt de leermeester wel dat ik best een rekenmachine mag gebruiken als ik iets moet uitrekenen, maar ik weet helemaal niet hoe zo’n ding werkt. Ik heb altijd al moeite gehad met rekenen op school. Maar vandaag heb ik nuttige dingen geleerd. Ik wist al heel lang dat ik dakdekker wilde worden. Mijn vader, mijn broers, mijn neven: ze zijn allemaal dakdekker. Zowel in Nederland als in Polen, waar ik vandaan kom.” Coppelmans rolde toevallig in het vak. “Na school ben ik een paar keer met een zzp’er mee geweest het dak op, maar die had niet altijd werk voor me. Ik werk nu tweeënhalve week bij Verkoelen. Hier heb je veel doorgroeimogelijkheden. En het is iets rustiger. Zzp’ers willen toch vooral meters maken, maar hier heb ik de tijd om het vak echt te leren.”