Dakwoorden, definities en begrippen

Selecteer een letter:
A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z |

Gevonden woorden:

‘Panhaak’: verankeringsmiddel voor dakpannen om deze voldoende windweerstand te geven.

‘Panlat’: horizontaal lopende houten lat waarop dakpannen worden aangebracht. De panlat wordt haaks over de vertikaal lopende tengels vastgezet.

‘Parkeerdak’: is een geïsoleerd dak, dat is voorzien van een waterdichte laag en een rijvloer, al dan niet met een slijtlaag, bestemd voor het parkeren van voertuigen.

‘Parkeerdek’: is een ongeïsoleerd dak, voorzien van een waterdichte slijtlaag en bestemd voor het parkeren van voertuigen.

‘PC’: afkorting van de kunststof polycarbonaat.

‘PE-folie’: polyetheen folie, die vanwege de hoge dampdiffusieweerstand wordt gebruikt als dampremmende laag. Belangrijk is een dikte van ten minste 0,2 mm en afgetapete naden.

‘PEC (CPE)’: afkorting van de kunststof gechloreerd polyetheen.

‘Penetratie bitumen’: door directe destillatie uit aardolie bereid bitumen (NEN-EN 12591).

‘Permanente belasting’: belasting veroorzaakt door het eigen gewicht van de constructie en door delen van een bouwwerk, die permanent op de beschouwde constructie rusten

‘PIB’: afkorting van de kunststof polyisobuteen, een van de oudste kunststof dakbanen (Rhepanol).

‘Pinakel’: Slanke decoratieve beëindiging in de vorm van een spits gotisch torentje. Komt voor naast vensters, op steunberen en borstweringen

‘PIR’: afkorting van de kunststof polyisocyanuraat. PIR is een isolatiemateriaal met een zeer goede isolatiewaarde (lage warmtegeleidingcoëfficiënt), waardoor de dikte van het isolatiepakket in het algemeen dunner kan zijn.

‘Plaatvloer’: vloer met een onderconstructie uitgevoerd als massieve plaat, die wordt opgelegd op kolommen of muren. De constructie wordt meestal uitgevoerd in beton, waarbij de onderconstructie is verankerd aan de dragende constructie.

‘Planmatig dakonderhoud’: werkzaamheden aan het dak, voortvloeiend uit het dakbeheerplan, waarbij een deel van de dakbedekking en/of details worden vervangen of voorzien van een nieuw dakbedekkingssysteem, al dan niet inclusief thermische isolatie.

‘Plat dak’: alle daken tot 3 graden dakhelling worden als platte daken beschouwd. Een plat dak moet altijd onder een kleine helling worden gelegd vanwege waterafvoer. Als richtlijn geldt een nominaal afschot van 16 mm per m1.

‘Plenum’: ruimte tussen de onderkant van een vloer en een verlaagd plafond, of de ruimte tussen de bovenkant van een vloer of een verhoogde vloer. Het plenum wordt gebruikt voor het doorvoeren van kabels, buizen en voor ventilatie.

‘Plooimeter’: Belgische benaming van een duimstok.

‘PMMA’: afkorting van de kunststof polymethylmethacrylaat.

‘POCB-dakbanen’: bitumen dakbanen op basis van polyolefine copolymerisaat bitumen. POCB-dakbanen vallen onder deel 3 van BRL 1511: ‘Specifieke bepalingen voor dakbanen op basis van gewapende kunststof/bitumen compounds’.

‘Polyesterharssysteem’: een meercomponenten dakbedekkingssysteem van dik vloeibare, gepigmenteerde, onverzadigde polyesterharsen opgelost in een reactief verdunningsmiddel.

‘Polyestermat’: een drager bestaande uit polyestervezels al dan niet chemisch, fysisch en/of thermisch gebonden.

‘Polyurethaan dakbedekkingsconstructie’: een gespoten polyurethaan isolatielaag die na uitharding wordt voorzien van een waterdichte coating (bijvoorbeeld van siliconen, polyurethaan of acrylaat).

‘Polyurethaan dakbedekkingssysteem’: een tweecomponenten systeem bestaande uit polyolen, harders, toeslagstoffen en katalysatoren, dat na de menging in vloeibare massa overgaat die na het verspuiten of uitstrijken een membraan vormt.

‘Portaalspant’: constructie met een horizontale bovenregel en verticale stijlen. Het portaalspant maakt grote overspanningen mogelijk, waardoor toepassingen voor allerlei soorten industriële gebouwen mogelijk zijn.

‘Potdekselen’: planken over elkaar heen bevestigen, waarmee net als bij een schubvormige dakbedekking inwatering wordt voorkomen.

‘PP’: afkorting van de kunststof polypropeen.

‘Prefab dakelement’: element waarin zowel de onderconstructie als de dragende constructie is samengebracht. Bestaat meestal uit balken en een beplating aan onder- en eventueel ook bovenzijde. De isolatie is tussen de balken opgenomen. Vaak is het element voorzien van een dampremmende laag.

‘Prestatie-eis’: een in maten of getallen geconcretiseerd voorschrift dat is toegespitst op een bepaalde eigenschap van een bouwconstructie. Het bevat een te behalen grenswaarde die ondubbelzinnig kan worden berekend of gemeten. Een prestatie-eis is opgebouwd uit de volgende drie elementen: • Een gekwantificeerde grenswaarde. • Een ondubbelzinnige meetbare bepalingsmethode. • Een functionele beschrijving met de reden/hoofdmotief voor de gestelde eis.

‘Preventief onderhoud’: handeling voor het vervangen of corrigeren van ballastlagen, opnieuw aanbrengen van beschermlagen en dergelijke.

‘Puntlast’: belasting die aangrijpt in één punt (een kleine oppervlakte) op een balk of vlak.

‘PUR’: afkorting van de kunststof polyurethaan.

‘PV-paneel’: een photovoltaisch paneel dat zonne-energie omzet in elektriciteit. Voor de toepassing van PV-panelen op daken zijn twee varianten: • Autonome toepassing. Dit type wordt toegepast als er geen elektriciteitsnet in de buurt aanwezig is. Overschotten worden opgeslagen in een accu. • Netgekoppelde toepassing. Indien er een overschot aan energie is wordt er elektriciteit geleverd aan het net, is er een tekort dan wordt er elektriciteit aan het net onttrokken.

‘PVC’: afkorting van de kunststof polyvinylchloride.

‘PVF’: afkorting van de kunststof polyvinylfluoride